Deze straat, de Bernhardlaan was ook frontlinie in 1940.  Duitse troepen hadden de Luchtafweer stukken van de LAD bij de Hammenboerderij (tegenover de Lijm en Gelatine fabriek) overlopen en de bedrijven in de omgeving bezet. De depottroepen kregen na het tot staan brengen van de Duitse opmars het bevel de bedrijven terug te veroveren. Dit moest aan beide zijden van de Schie gebeuren. Via het Zuideinde werd het door de Duitsers bedreigde Kruithuis ontzet (dat werd verdedigd door een adjudant van de Artillerie, 7 studenten en 3 politiemannen) en via de Rotterdamse weg werd de aanval ingezet op troepen die de Porceleyne fles    10    , Lijm en Gelatinefabriek    11    en de haspelmakerij van de kabelfabriek in handen hadden. Dit lukte, maar verder oprukken was niet mogelijk door Duits vuur over de grotendeels open vlakte en de geringe sterkte aan Nederlandse kant. In de daarop volgende dagen zouden de Duitsers tussen de Rotterdamse weg en de rijksweg A13 tot Overschie worden terug gedrongen. Op 14 mei was de beslissende aanval op hen bezig toen Rotterdam gebombardeerd werd en Nederland capituleerde. Ondanks de overwinning in 5 dagen hebben de Duitsers een zware prijs moeten betalen. Veel goed getrainde elite soldaten sneuvelden of werden voor de capitulatie als krijgsgevangenen naar Engeland verscheept. Ook de verliezen van de Duitse luchtmacht waren enorm. Twee derde van de luchttransportvloot (Junckers 52) werden neergeschoten of zodanig beschadigd bij de (nood)landing dat deze onbruikbaar werden. Het verlies van deze toestellen (die op relatief korte landingsbanen konden landen) heeft de hele oorlog doorgewerkt (bijvoorbeeld bij Stalingrad waar onvoldoende voorraden konden worden aangevoerd voor de ingesloten Duitse troepen). Het feit dat deze toestellen grotendeels werden gevlogen door ervaren vliegers en instructeurs van de luchtmacht maakte de klap nog veel groter.